Onzekerheid over aanscherping van de energie-besparingsregels

Waar gaat het over?

De Europese Richtlijn Energie-efficiëntie (EED) verplicht Nederland om in 2030 een besparing van 11,7 % te realiseren op het geschatte finale energieverbruik. Dit betekent dat het maximale finale energieverbruik in 2030 beperkt moet blijven tot 1609 PJ. Het PBL (Planbureau voor de Leefomgeving) stelt in de KEV (Klimaat- en Energieverkenning) 2023 dat het gestelde doel niet wordt gehaald. Hierdoor is een aanvullende besparing nodig van 83 PJ op finaal niveau, maar volgens de nieuwste KEV-cijfers (KEV-2024) is dit niet voldoende en moet er 114 PJ bespaard worden. TNO onderzocht de rechtvaardige verdeling van dit besparingsdoel over verschillende sectoren, met de volgende resultaten: 30% in de industrie, 35% in mobiliteit, 29% in de gebouwde omgeving en 6% in de landbouw.


Daarnaast is aangekondigd dat de terugverdientijd van de energiebesparingsplicht (voor bedrijven met een energiegebruik vanaf 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m3 aardgas) in 2027 wordt verlengd van 5 naar 7 jaar. Deze wijziging volgt uit een analyse van RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) naar de effecten van de geactualiseerde erkende maatregelenlijst en de ingediende rapportages uit de onderzoeksplicht.

Op 18 december 2024 vindt er een commissiedebat in de Tweede Kamer plaats over deze twee onderwerpen.

Wat betekent dit voor u?

Het is onzeker hoe de doelpercentages zullen worden verdeeld. In het TNO-rapport staat dat het voor de industrie mogelijk zou kunnen zijn om dit doel te bereiken door grondstoffen of halffabricaten te importeren i.p.v. hier te produceren, specifiek voor de ijzer- en staalindustrie en de kunstmestindustrie. In 2022 gebeurde dit al toen de energieprijzen in Europa historisch hoog waren.


De toename van de terugverdientijd op de in de Erkende Maatregelenlijst opgenomen technieken, kan de mogelijkheden uitbreiden voor de toepassing van maatregelen die buiten de vijf jaar terugverdientijd vallen. Dit zou een positief effect kunnen hebben op de vermindering van het energieverbruik, maar aan de andere kant ook de druk verhogen om te investeren in deze maatregelen. Niet alle bedrijven hebben de financiële ruimte voor grotere of langetermijninvesteringen, vooral als kapitaal schaars is. Een langere terugverdientijd kan onzekerheid creëren over het volledig terugverdienen van de investering, vooral in sectoren die gevoelig zijn voor fluctuaties in energieprijzen of veranderende marktomstandigheden.

Betrokkenheid VEMW

VEMW heeft de ontwikkelingen rondom de energiebesparingsplicht nauwgezet gevolgd en heeft alle mogelijke kansen benut om feedback te geven. Vooral rond het debat in de Tweede Kamercommissie is input gegeven over de negatieve gevolgen die de uitvoering van de voorstellen uit het TNO-rapport zouden kunnen hebben. Hierbij werd tevens gewezen op de financiële onzekerheid die voor bedrijven ontstaat door de verlenging van de terugverdientijd van 5 naar 7 jaar. VEMW heeft als alternatief voorgesteld om bedrijven, net als in de periode 2020-2022 met het 6-25-programma, te stimuleren en ondersteunen in plaats van te bestraffen of streng te normeren. Een nieuw voorstel hiervoor is momenteel in ontwikkeling.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met

Ivonne Servin Balderas

Beleidsadviseur energie

0348-484 355 | is@vemw.nl

VEMW E&W Update