De aanpassing van de BoL betekent een lastenverzwaring voor middelgrote en grote afnemers van drinkwater, zoals het mkb en de industrie. Als je jaarlijks 10.000 m³ gebruikt, ga je in 2026 over de volledige hoeveelheid belasting betalen. Op grond van het huidige tarief betaal je in 2026 € 4.300 en in 2027 hetzelfde bedrag. Gebruik je 600.000 m³ per jaar, dan gaan de kosten in twee stappen omhoog. In 2026 is er nog een heffingsplafond en betaal je maximaal over 50.000 m³ belasting: een bedrag van € 21.500. Vanaf 2027 betaal je over al het verbruik: een bedrag van € 258.000. Vanwege de aanpassing van de BoL is het interessant om te besparen op drinkwatergebruik. Mogelijk kun je gebruikmaken van een andere bron, zoals oppervlaktewater of grondwater, waarbij je er zelf voor zorgt dat de waterkwaliteit aan de juiste voorwaarden voldoet. Ook hergebruik van water kan een interessante optie zijn. Door te besparen op je verbruik betaal je minder belasting én lever je een bijdrage aan het doel dat het huidige kabinet heeft gesteld: uiterlijk in 2035 moet het grootzakelijke gebruik van drinkwater met 20% zijn afgenomen.

In tal van gesprekken met onder andere de ministeries van IenW en Financiën laten we zien wat de gevolgen zijn van beleidsvoorstellen voor zakelijke watergebruikers. Hoewel wij de aanpassing van de BoL betreuren, zijn we verheugd dat de grondslag van de heffing wordt versmald tot water van drinkwaterkwaliteit. Door ander water buiten de grondslag te houden, wordt de inzet van duurzamere alternatieven gestimuleerd. Met andere woorden: de versmalling van de grondslag van de BoL kan een stimulans zijn voor circulair watergebruik.